Op 10 november heeft de Eerste Kamer het langverwachte wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen aangenomen. In deze wet worden enkele regels ten aanzien van bestuur en toezicht, die al van toepassing waren op kapitaalvennootschappen, ook van toepassing verklaard op andere rechtsvormen, zoals verenigingen en stichtingen. Deze wet heeft echter ook arbeidsrechtelijke gevolgen voor de bestuurder van een stichting.

Ten gevolge van de wetswijziging wordt wettelijk vastgelegd dat de rechter de arbeidsovereenkomst tussen de bestuurder en de stichting niet meer kan herstellen. Kort gezegd wordt de arbeidsrechtelijke positie van de bestuurder van de stichting gelijkgetrokken met die van de bestuurder van de NV en de BV. Voor deze bestuurders is het gewone arbeidsrecht niet van toepassing.

Wat betekent dit concreet?

De preventieve ontslagtoets komt te vervallen. De arbeidsovereenkomst van de bestuurder kan door het daartoe bevoegde orgaan – doorgaans door de raad van toezicht – eenvoudig worden opgezegd en de bestuurder kan geen herstel van zijn arbeidsovereenkomst bij de rechter afdwingen.

Mogelijk heeft de bestuurder wel recht op een billijke vergoeding. Voor het ontslag dient namelijk wel een redelijke grond aanwezig te zijn. Wanneer deze er – achteraf – niet geweest blijkt te zijn, dan heeft de bestuurder recht op een billijke vergoeding.

Verwacht wordt dat het wetsvoorstel op korte termijn in werking zal treden.

Meer weten over de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen? Neem contact op met Jan Bouwe Rijpkema of Danielle Kneppel